Tien vuistregels voor werkbare ploegenarbeid
Ploegenarbeid vraagt veel van medewerkers; zowel fysiek, mentaal als sociaal. Vooral voor oudere medewerkers kunnen wisselende shifts en nachtarbeid extra belastend zijn. Met deze tien vuistregels maak je ploegensystemen en roosters werkbaarder en gezonder.
1. Beperk nachtwerk
Beperk het aantal nachtdiensten, want nachtwerk is het meest verstorend en brengt de grootste gezondheidsrisico’s met zich mee.
2. Voldoende rust
Zorg voor voldoende rust na elke dienst om normale slaap mogelijk te maken.
3. Roteer snel
Plan niet meer dan twee tot vier opeenvolgende diensten van hetzelfde type om verstoring te minimaliseren.
4. Roteer voorwaarts
Gebruik de opeenvolging vroeg-laat-nacht; zo is er genoeg rusttijd bij wisselende diensten.
5. Kortere dienstenreeks
Beperk de lengte van de dienstenreeks, zodat medewerkers vaker kortere periodes van vrije dagen hebben.
6. Ga slim om met begintijden
Overweeg zorgvuldig de begintijden van shifts: een ochtendploeg die start om 7.00 uur is beter voor de REM-slaap, de werk-thuisbalans en de andere ploegen.
7. Maak shifts niet te lang
Een veilige grens voor de lengte van een shift is maximaal 9 uur, tenzij er nadien veel hersteltijd is – zoals bij weekendploegen.
8. Oog voor sociaal welbevinden
Zorg ervoor dat medewerkers zoveel mogelijk weekends en weekavonden vrij hebben, zodat hun sociale en gezinsleven niet worden beknot.
9. Geef inspraak
Betrek medewerkers actief bij het analyseren, plannen en ontwerpen van het ploegensysteem.
10. Voorspelbaarheid
Houd regelmaat in het ploegrooster aan en vermijd roosterwijzigingen.